Vaak krijgen wij de vraag voorgelegd: “Ik vind mijn werk niet meer passend. Wat nu?”

Ooit heb je voor je huidige beroep gekozen, en ben je er vol voor gegaan. Maar in de loop der tijd kunnen er heel wat redenen ontstaan waardoor je je niet meer fijn voelt in je huidige beroep of bij je huidige werkgever. Misschien ben je zelf veranderd en liggen je interesses nu ergens anders. Misschien zijn er veranderingen bij je werkgever of in de uitvoering van je beroep, waardoor je je niet meer op je plaats voelt. Hoe het ook zij, je vindt je huidige werk niet meer passend bij jou.

Welke opties zijn er?

Er zijn diverse opties waarvoor je kunt kiezen als je werk niet meer passend is. Hieronder schetsen wij alle opties die in zo’n situatie bestaan én geven we je stof tot nadenken.

Optie 1: blijf zitten waar je zit!

Dit biedt veiligheid: er blijft zicht op inkomen, de pensioenopbouw gaat door, het werk en de collega’s zijn bekend en het voorkomt wellicht een gat in je CV.

Maar de andere kant is, dat je het zeer waarschijnlijk niet plezieriger gaat krijgen. Grote kans dat er energieverlies optreedt, omdat je waarschijnlijk met steeds meer tegenzin naar je werk gaat en dat zal je afmatten. Je angst voor verandering zal alleen maar groter worden en dat de kans dat je in ziekteverzuim belandt wordt op termijn groter.

Optie 2: ga solliciteren!

Vanuit een vaste baan solliciteren biedt in zekere zin een goede uitgangspositie. Je argument naar een mogelijke sollicitatiecommissie is dat je toe bent aan verandering. Er zijn op dit moment veel vacatures, dus de kans is groot dat je elders wordt aangenomen.

Wel is het zo, dat je dan vaak weer een tijdelijke aanstelling ontvangt. Er kan weer enige onzekerheid optreden: wat als je nieuwe werk toch tegenvalt of dat je je weer moet bewijzen om een vaste aanstelling in de wacht te slepen? Daarnaast komt het voor dat je niet goed weet welk werk nu echt goed bij je past. Dan zul je dat denk ik beter eerst kunnen uitzoeken.

Optie 3: treed in overleg met je werkgever!

Als je voelt dat je steeds ongelukkiger wordt in je werk, kun je ook in overleg treden met je werkgever. Je kunt de situatie voorleggen. Bedenk je dan ook het volgende:

  1. De werkgever kan stellen, dat je dan maar moet solliciteren en dat dit een eigen keuze en verantwoordelijkheid is. Daar kun je tegenoverstellen dat je niet goed weet welke andere banen bij jou passen en of er soms een budget is om dat professioneel bij je te laten uitzoeken. De werkgever zal zich achter zijn oren krabben en wellicht meewerken, omdat deze liever een gemotiveerde medewerker in dienst wil hebben dan één die wellicht op termijn uitvalt.
  2. Een andere mogelijkheid is, dat je je werkgever voorlegt dat je een beter zicht wil krijgen op je talenten en competenties. Om zodoende te kunnen uitzoeken welke vervolgopleiding of loopbaanontwikkeling bij je past. Een werkgever zal daaraan wellicht willen meewerken, omdat ontwikkeling van een medewerker beter is dan stilstand.
  3. Bespreek dat jij je niet meer happy voelt met het werk dat je doet en geef aan dat je niet goed raad weet met de situatie. Wellicht bespreekt de werkgever dan de optie met je om toe te werken naar een VO (een vaststellingsovereenkomst). In een VO wordt globaal een reden vermeld, waardoor beide partijen akkoord zijn gegaan met beëindiging van het dienstverband. Een VO geeft recht op WW.
    NB: Voor een werkgever kan dit wel een extra kostenpost met zich meebrengen enerzijds vanwege te betalen transitiekosten en/of omdat soms mee moet worden betaald aan de WW. Toch biedt een netjes verlopen vertrek ook voordelen voor een werkgever: wellicht voorkomt het ziekteverzuim(kosten) en het toont dat de werkgever ook een goed sociaal beleid hanteert.

In alle bovenstaande gevallen kan het uitvoeren van een beroepskeuzeonderzoek uitkomst bieden. Een dergelijk onderzoek biedt inzicht in alle aspecten van ‘wie je bent, wat je kunt, wat jij wilt en welke arbeidsmogelijkheden bij je passen’. Het geeft je vaak de juiste motivatie om verder te gaan en sterkt je zelfvertrouwen omdat je nu weet wat je wilt en kan.

Optie 4: dit is eigenlijk geen optie, maar kan wel ontstaan (zijn)!

Je durft geen besluit te nemen om te vertrekken en je kachelt dan maar door.

Wat ons opvalt is dat vaak net na een vakantie, een medewerker tot de conclusie komt dat hij/zij het niet meer trekt en zich bij ons aandient of zich ziekmeldt met burn-out klachten. Dan treedt de Wet Poortwachter in werking. Na 6 weken ziekteverzuim dient er een plan van aanpak te liggen hoe kan worden toegewerkt naar herstel en een terugkeer naar het werk. Deze fase kan 1 jaar duren en wordt ‘het 1e spoortraject’ genoemd. De bedrijfsarts en arbeidsdeskundige beoordelen de situatie en geven adviezen ten aanzien van de re-integratie.

Wordt een terugkeer/herstel niet binnen 1 jaar bereikt, dan treedt een 2e spooraanpak in werking. Met hulp van een re-integratiebureau wordt dan extern (bij de geconstateerde arbeidsbeperking) passend werk gezocht. Dan wordt meestal gestart met een beroepskeuze-onderzoek zodat daarna gericht kan worden gezocht.

Heb jij interesse in een samenvatting van de Wet Poortwachter, waarin de rechten en plichten van zowel de werkgever als werknemer zijn vermeld? Vraag deze gerust bij ons aan. Al jarenlang helpen wij mensen die in een 1e, 2e of 3e spoor re-integratietraject zijn beland. Daarnaast bieden wij ook empowerment trainingen, beroepskeuze-onderzoek of een volledige ondersteuning bij het zoeken naar een nieuwe baan. Neem gerust eens vrijblijvend contact met ons op. We helpen je graag!